
Locaalspoor- en Tramwegwet
Artikel 10
1
Met de opsporing van de bij artikel 9 strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de in artikel 10 van de Spoorwegwet bedoelde ambtenaren. Deze ambtenaren zijn tevens belast met de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 179 tot en met 182 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op een bevel, vordering of handeling, gedaan of ondernomen door henzelf.
2
De artikelen 5:13, 5:15 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de in artikel 10 van de Spoorwegwet bedoelde ambtenaren.
3
Ook zijn tot het opsporen der overtredingen in artikel 9 bedoeld bevoegd de beambten en bedienden van den spoorweg, beƫedigd volgens regelen bij algemeenen maatregel van bestuur te stellen, over de geheele uitgestrektheid van den weg, waarop zij dienst doen, en binnen den kring van honderd meter aan beide zijden van dien weg.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.